De Friese boeren kunnen mogelijk geld gaan lenen van de Provincie Fryslân. Het gaat om de schade die de muizen hebben aangericht aan hun land. De lening is bedoeld voor de boeren die hun bedrijf anders niet meer kunnen behouden. De provincie Fryslân komt daarom met een kredietfaciliteit (lening).
Landbouwgedeputeerde Johannes Kramer legt uit: ‘De muizenplaag ontwikkelt zich steeds meer tot een ramp. Er zijn geen mogelijkheden voor boeren om schadevergoedingen uit fondsen, gelijk als het Faunafonds te ontvangen. De boeren die geen lening bij de bank kunnen krijgen, mogen we als provincie – de zuivelprovincie van Nederland – niet laten vallen. Daarom hebben we de mogelijkheid voor een kredietfaciliteit, oftewel een lening.’
Financiële ondersteuning
De boeren kunnen kiezen uit een laagrentende of renteloze lening met een maximum van 75.000 euro en een looptijd van vijf jaar. Of een lening van maximaal 37.500 euro met een looptijd van tien jaar. De Europese Commissie geeft de mogelijkheid om een renteloze lening van dit maximale bedrag te verstrekken. Mits de ontvanger nog geen steun ontvangen heeft via andere subsidieregelingen. Als dat wel zo is, berekent de provincie hoe hoog de lening of het rentepercentage per boer kan zijn.
De provincie kijkt naar een andere oplossing, maar deze is nog onzeker omdat de Europese Commissie toestemming moet geven voor deze vorm van staatssteun. Het betreft een langlopende lening tegen 3,5% rente, die in 25 jaar tijd moet worden afgelost. Tien jaar hiervan is aflossingsvrij. Bij deze kredietmogelijkheid kan maximaal 80% van de schade worden vergoed. Deze lening heeft een hogere rente dan bij banken, maar banken werken veelal niet met een aflossingsvrije periode. Het gaat uitdrukkelijk om gezonde bedrijven die door de muizenplaag in financiële problemen zijn gekomen. In samenwerking met het ministerie van Economische Zaken wordt nagegaan of Europa hier toestemming voor wil geven.
Taxatierapporten
De taxatierapporten moeten uitwijzen om welk schadebedrag het in totaal gaat en welk kredietplafond passend is.
Op dit moment heerst er nog geen acute financiële nood bij de boeren. Maar zodra de ondernemers in het voorjaar het vee de weide insturen of gras van het land halen, lopen ze tegen extra kosten aan. Ze moeten voer bijkopen en het gras opnieuw inzaaien. Daarom wil het college van Gedeputeerde Staten deze leningsmogelijkheid zo snel mogelijk in orde maken. Toch is ze eerst nog afhankelijk van de taxatierapporten die het Faunafonds uitbrengt. Deze zijn in april – mei gereed. Pas dan is inzichtelijk wat de werkelijke schadebedragen zijn.
Garantieregelingen
Het Rijk onderzoekt momenteel mogelijkheden binnen de garantstellingregelingen. Hiermee kan het Rijk in een aantal situaties garant staan voor de aflossing van een banklening. Muizenschade is hier niet in opgenomen, maar het Rijk bekijkt of dit een optie is. Dit zou het voor banken in meer gevallen mogelijk maken om aan boeren met muizenschade een lening te verstrekken. Een garantstelling valt ook onder staatssteunregels. Er moet dan dus gekeken worden naar de (on)mogelijkheid om zo’n garantstelling te combineren met de leningen die hierboven genoemd staan.
Toekomst
In de toekomst moeten alle betrokken partijen ervoor zorgen dat zo’n groto muizenplaag niet wéér voorkomt. De mogelijkheid voor een provinciale lening zal de komende jaren niet meer voorkomen. Daarom loopt er momenteel een onderzoek door de bureaus Altenburg & Wymenga en Alterra. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met het Rijk, de provincie Fryslân, Wetterskip Fryslân en LTO. In dit onderzoek staat centraal wat boeren kunnen doen om deze plaag in de toekomst te voorkomen/minder groot te laten worden. En hoe muizen op tijd te signaleren zijn en welke effecten maatregelen zoals het verhogen van grondwaterpeilen en het maaien van bermen hebben.
Verzekeringsmogelijkheid
Daarnaast kijkt het Rijk ook naar de mogelijkheid om voor de toekomst een verzekeringsmogelijkheid voor boeren te bieden. Het gaat dan om een vergelijkbare verzekering als de Brede Weersverzekering.
Provinciale Staten
Woensdag 18 februari wordt hierover gesproken met Provinciale Staten tijdens de reguliere Statenvergadering.