Er zijn een aantal sporten die in Friesland al decennialang worden beoefend. We zien ze dan ook echt als ‘typisch Friese sporten’. Toch zijn niet al deze sporten ook echt in Friesland ontstaan. Om meer inzicht te krijgen in onze sportgeschiedenis, zetten we de oorsprong van vier sporten op een rij.
Ken jij nog een Friese sport die eigenlijk in dit rijtje zou moeten staan? Laat het ons dan weten op Facebook!
Keatsen (kaatsen)
Volgens de Koninkrijke Nederlandse Kaatsbond (KNKB) is het Friese kaatsen ergens in de twaalfde eeuw ontstaan. Veel mensen denken dat de oorsprong van deze sport in Friesland ligt. De wortels liggen echter in Frankrijk. Daar werd dit spel in kloosterhoven gespeeld. Via België is de sport in Friesland terechtgekomen. In het begin werd er in heel Nederland vooral gekaatst door de gegoede burgerij. Ze speelden het spel eerst op pleinen, maar later hebben ze de stenen ondergrond verruild voor gras. Op een gegeven moment vertrokken de edelen naar kaatsbanen en sindsdien is kaatsen ook voor het ‘gewone volk’.
In 1853 besloten een aantal mannen De Permanente Commissie, beter bekend als de P.C., op te richten. Om het kaatsen meer te stimuleren, gingen ze jaarlijks een wedstrijd organiseren. Deze wedstrijd wordt nog steeds elk jaar gespeeld.
Fierljeppen (polsstokspringen)In 1957 werd de eerste fierljepwedstrijd in Winsum gehouden. Het Friese Kampioenschap vindt hier nog steeds elk jaar plaats op de tweede zaterdag in augustus. Volgens Fierljepvereniging ‘It Heidenskip’ waren er op de eerste wedstrijd ongeveer zestig ljeppers afgekomen. Het fierljeppen werd populair, want ook op andere plekken in Friesland werden er wedstrijden georganiseerd. Sinds 1957 heeft het fierljeppen een grote ontwikkeling doorgemaakt. Zo worden er nu bijvoorbeeld aluminium polsen gebruikt, in plaats van de houten polsen van vroeger. Reedriden (schaatsen)
Voor de oorsprong van deze sport moeten we wel heel ver terug in de tijd. In de prehistorie waren mensen namelijk al opzoek naar een manier om ijsvlakten over te steken. Mooi scherpgescheden ijzers waren er toen nog niet dus de mensen uit deze tijd moesten het doen met botten. Deze bonden ze dan met een stuk touw onder hun voeten. Ze kwamen hiermee niet bijster snel vooruit en daarom gebruikte men toen prikstokken om de snelheid te verhogen.
Volgens de website Schaats-specialist.nl werd er rond 1200 een baanbrekende uitvinding gedaan. Er werd toen een stuk ijzer aan een stuk hout bevestigd. Het schaatsen was in het verleden dus alleen een manier om van A naar B te komen, maar rond 1200 kon er voor het eerst ook plezier aan beleefd worden. Pas veel later (in 1909) werd de eerste Elfstedentocht georganiseerd. De Elfstedentocht werd geïnitieeerd door Pim Mulier. Mulier wordt gezien als de grondlegger van de moderne sport.
Skûtsjesilen (schuitjezeilen)
Volgens de Iepen Fryske Kampioenskippen Skûtsjesilen (IFKS) werden er al sinds 1836 wedstrijden gehouden met vracht- en beurtschepen. Deze waren eerst nog van hout. Pas in 1889 kwamen de eerste ijzeren schepen. Zeilverenigingen, maar ook kroegbazen met een bedrijf aan het water, organiseerden in de negentiende eeuw veel wedstrijden. De competities werden gehouden tussen het laden en het lossen van de vracht door. Om het schip zo snel mogelijk te maken, moest er zoveel mogelijk gewicht gelost worden. De vrouw en de hele inboedel werden daarom aan wal gezet. Schippers konden bij deze wedstrijden grote geldbedragen winnen. Er werden ook competities georganiseerd waarbij schippers voedsel konden winnen. Dit extra eten hadden ze vaak ook wel nodig.
Op 22 juli 1945 werd de ‘Vereeniging van Skûtsjesilerscommies in Friesland’ opgericht. In 1946 werd deze naam gewijzigd naar de huidige naam van de commissie, namelijk de ‘Sintrale Kommisje Skûtsjesilen’ (SKS). In 2017 wordt het SKS kampioenschap van zaterdag 5 tot en met vrijdag 18 augustus gehouden.
1 reactie
Piksjitten ontbreekt bij de Friese sporten