Op 5 mei vieren we dat we 70 jaar geleden zijn bevrijd. Dit jaar zijn er weer een boel boeken over de Tweede Wereldoorlog in Nederland verschenen. Wij maakte een Friese selectie.
Ontroerende liefdesbrieven
In het boek Alde Leafde zijn liefdesbrieven van tien Friese stelletjes verzameld uit de periode 1945-1975. Drie er van zijn in het Fries, de andere zeven in het Nederlands. Het idee voor de bundel is van dichteres Baukje Wytsma. Om aan brieven te komen werden er oproepen geplaatst in de media. De oogst was opmerkelijk groot.
‘Zoo gelukkig dat we elkaar nog hebben’
‘We zijn zoo gelukkig dat we elkaar nog hebben.’ Dat schreef Sjoukje van der Mark aan haar familie in Fryslân, direct na het bombardement op Rotterdam, op 14 mei 1940. Zij en haar man Tiele waren in 1938 naar die stad vertrokken om daar een toekomst op te bouwen. Tijdens de vijf oorlogsjaren zijn nog talloze brieven verzonden van Rotterdam naar Fryslân en omgekeerd. Ze geven een beeld van het leven in een oorlogstijd. Meer dan zeventig jaar lang lagen de oorlogsbrieven van Tiele en Sjoukje ongelezen in een doos op zolder. Tot dochter Aly ze vond. Van de gevonden documenten en foto’s maakte zij dit boek.
Op klompen troch de dessa
Gewone jongens waren het. Ze liepen op klompen naar school, werden dertien jaar en moesten aan het werk. Ze werden jongeman, kregen al eens een beetje verkering. Toen hier de oorlog gedaan was, moesten ze voor koning en vaderland naar Indië. Want Indië was toch van ons? ‘Wy batsten sa te sizzen op klompen troch de dessa. Mei de wiisfinger om de hoanne fan it gewear, want wy moasten earst wêze om te oerlibjen.’ De bleue jongens van het Friese platteland belandden in een tropisch jongensboek. De jongens van toen zijn nu mannen van ver boven de tachtig. Lang hebben ze gezwegen, maar nu vertellen ze. Hun waarheid is hard, soms verbijsterend en onbegrijpelijk.
Tjitske’s Dagboek
Mijn liefste, hoe zal ik verder gaan in jouw dagboek, nu je niet meer naast en achter mij staat? schrijft Tjitske Eisenga-de Groot in het dagboek van haar man. Jan Eisenga is drie weken daarvoor gefusilleerd door de Duitsers als reactie op de mei-staking van 1943. Tjitske zal achter blijven met twee jongens. Deze moedige vrouw, die al vroeg met de ziekte MS te kampen had, richt haar woorden aan haar man en schrijft over haar intense verdriet en machteloosheid.
De treastfûgel
In De treastfûgel volgt Hylke Speerstra het spoor van twee families uit Hichtum. De ene huishouding stapt in 1911 op de boot na Amerika en kan in het steenarme Zuid-Dakota nauwelijks overleven. Maar tenslotte worden ze Amerikaan met de Amerikanen. Voor de andere huishouding wordt het zwalken tussen arbeiderswenten in Fryslân en melkstallen in Duitsland. De verhalen van beide families komen weer bij elkaar als twee nieuwkomers uit de derde generatie aan het oorlogsfront geraken: de ene als overwinnaar, de andere als verliezer.