Van 2 april tot 14 juli organiseert het Fries Landbouwmuseum de expositie ‘Beeld van een Bond, 100 jaar bond van plattelandsvrouwen in Friesland.’
Op 30 mei 1919 kwamen zo’n honderd boerendochters en boerinnen uit alle delen van Friesland bij elkaar om de ‘Bond van Oud-leerlingen bij het Landbouwhuishoudonderwijs in Friesland’ (BvOL) op te richten. Het was de eerste provinciale bond voor plattelandsvrouwen in Nederland. De BvOL werd al snel een begrip in de provincie. Met lezingen, cursussen, excursies en tentoonstellingen georganiseerd op provinciaal en plaatselijk niveau zorgde de bond voor ontwikkeling van plattelandsvrouwen en voor de leefbaarheid van het platteland.
De samenstelling van de bond
De bond vormde duizenden jonge vrouwen, die vaak alleen de lagere school hadden doorlopen. Nu, honderd jaar later, kijkt de Bond onder de naam ‘Vrouwen van Nu’, terug op 100 jaar geschiedenis. De expositie toont de oprichting en de eerste jaren van de BvOL, de moeilijke oorlogsperiode en de tijd na de bevrijding toen de bond een belangrijke bijdrage leverde aan de wederopbouw. Ook de jaren 1960 tot 1980 en die er na komen aan de orde waarin de emancipatie van de plattelandsvrouw centraal stond.
De totstandkoming van de bond van plattelandsvrouwen
Vanaf 1912 kreeg ons land opleidingen voor landbouwhuishoudonderwijs. Aanvankelijk was dat in de vorm van ambulante cursussen. Leraressen kwamen naar de dorpen toe om enkele keren per week les te geven in een lokaaltje van de kerk, een zaaltje bij een café of in de dorpsschool. Zowel bij de leerlingen als de leraressen ontstond behoefte om na afloop van de cursus(sen) contact met elkaar te houden. Zodoende werd in een aantal Friese dorpen en steden ‘Vereenigingen van Oud-leerlingen’ opgericht. Op 30 mei 1919 kwam de provinciale ‘Bond der Vereenigingen van Oud-leerlingen van de landbouwhuishoudcursussen in Friesland’, (BvOL) tot stand met als doelstelling: “Verbreiding van kennis onder de vrouwen en meisjes van het platteland; bevordering van goeden smaak en gemeenschapszin; en het verleenen van tusschenkomst bij de aanschaffing van benoodigdheden.” Na de oorlog ging de bond verder onder de naam ‘Bond van Plattelandsvrouwen in Friesland’. Nu heet het ‘Vrouwen van Nu Fryslân’.
Pronkstukken in de expositie
Pronkstukken in de expositie zijn onder meer talloze geborduurde tafelkleden die de bestuurstafels stofferen. Ook bijzonder is de ‘kledingkoffer’. In 1959 kreeg de Bond van Plattelandsvrouwen in Friesland een kledingcommissie. Ze startte in 1960 met een lezing over ‘Houding, Voeding en Kleding’. De commissie bezocht afdelingen met informatie over hoeden, accessoires, sieraden en foundation (ondergoed) en een kledingkoffer met demonstratiemateriaal. Het paste goed in het sobere klimaat van de jaren vijftig en begin jaren zestig. Met een kleine beurs toch creatief en modebewust zijn was het uitgangspunt in die tijd. Dat veranderde met toename van de welvaart in de jaren 1960. De demonstratiekoffer kon naar het museum en de modeshow kwam op.
Verder is er aandacht voor het nieuwe Fries kostuum en ‘Bêd en Brochje’, (Bed and Breakfast) dat tot stand kwam dankzij de Vrouwenbond.
Artikel over Vrouwen van Nu in Friesland Post
In onze maart-editie hebben wij uitgebreid aandacht besteed aan het 100-jarig jubileum van de Vrouwen van Nu. We gingen o.a. in gesprek met vier leden en doken het archief in, op zoek naar mooie, oude foto’s. Ben jij benieuwd naar dit artikel? Bestel dan de maart-editie via onze webshop.